Hoofd Stuk 2a
Roem is de spijs dat de doden eten
Tegenwoordige tijd,
De geestelijke kinderen van het groepje aanschouwers uit het vorige hoofdstuk hebben zich weer verzameld.
"Wolah, tiz aanz? GGAMELA!"
"Bradda, kzweet!"
Het ruis werd langzaam een low-def weergave, opgenomen uit 1999. Of Canada. Het is grappig, deze opname gaat over nu, maar met een technologie van vroeger. Soort als sterren in de nachthemel. Je ziet ze wel, maar zijn niet meer. Maar dit zijn geen sterren. Niet in de hemel, niet op ijs, en, gelukkig, zeker niet in het openbaar. Beetje net als BN-ers dus.
"Allo? Allo!", riep een niet-Westerse allochtoon (sommige mensen weten niet dat de wereld rond is zeker? - red.) firm. Hij had een plastic jas met een dode rat als kraag aan. En hij zat op een hoop Westers autochtone lijken. Een hoop.
"Khijk", beval hij. En met een roestig kapmes maakte hij een groots gebaar, "Khijk". Het ding dat voor een camera door moest gaan, bewoog van hem af, en gaf een grote open ruimte weer. Een dorp. Vol met lijken. Mannen, vrouwen, kinderen, dode lijken, verse lijken... bedenk het, het is er.
Hier en daar stond of liep een handlanger door de zee van doden heen. Lachend, alsof het de grootste grap was. Voor de buitenwereld waren ze tenslotte minderjarig, dus wat had je dan? Niets, ja. Dacht ik al.
De camera had zijn ronde gemaakt. De filmograaf deed nog snel een groet naar zijn posse in Zuid-Oost: "West-Side!!!".
De stoere spreker van net zat nog op zijn plek. Doodserieus te kijken. "Dhitz, nyet loek. Dharüm, cheld!". De opname werd gepauzeerd. "We hebben het vertaald", meldde Newbie MacGreen, "Het was gewoon onverstaanbaar, en ooraal pijnlijk". Vooral dat laatste werd gemerkt. De opname werd hervat, met een verstaanbare dub.
"Wij willen geld zien", vervolgde een stem met een passend zwaar accent. Om het allemaal een beetje echt te houden. "En wel nu! Anders, gaan we deze lijken verkrachten!". De spreker stond op, en pakte een lijk van een dode geit uit de stapel. Het was een doodnormale keuze, in een (dood)normaal verdeelde groep. Newbie MacGreen zette de film weer op pauze. De wereldleiders zaten met geschrokken gezichten aan hun stoel gekluisterd. De onderbreking gaf hun gezichten de kans om te ontspannen uit hun grimas. Ze keken met z'n allen Newbie aan.
"Wat u nu gaat zien, gaat schokkend zijn", bracht Newbie langzaam en zelf geschrokken uit. Maar niemand maakte aanstalten om te vertrekken. Niemand vroeg ook god om iets te behoeden of te helpen. Dat liep de laatste keer zo lekker af. Het beeld ging weer verder.
"Soelimank! Eskin, valafell", en toen begon het. Hel brak los.
De geestelijke kinderen van het groepje aanschouwers uit het vorige hoofdstuk hebben zich weer verzameld.
"Wolah, tiz aanz? GGAMELA!"
"Bradda, kzweet!"
Het ruis werd langzaam een low-def weergave, opgenomen uit 1999. Of Canada. Het is grappig, deze opname gaat over nu, maar met een technologie van vroeger. Soort als sterren in de nachthemel. Je ziet ze wel, maar zijn niet meer. Maar dit zijn geen sterren. Niet in de hemel, niet op ijs, en, gelukkig, zeker niet in het openbaar. Beetje net als BN-ers dus.
"Allo? Allo!", riep een niet-Westerse allochtoon (sommige mensen weten niet dat de wereld rond is zeker? - red.) firm. Hij had een plastic jas met een dode rat als kraag aan. En hij zat op een hoop Westers autochtone lijken. Een hoop.
"Khijk", beval hij. En met een roestig kapmes maakte hij een groots gebaar, "Khijk". Het ding dat voor een camera door moest gaan, bewoog van hem af, en gaf een grote open ruimte weer. Een dorp. Vol met lijken. Mannen, vrouwen, kinderen, dode lijken, verse lijken... bedenk het, het is er.
Hier en daar stond of liep een handlanger door de zee van doden heen. Lachend, alsof het de grootste grap was. Voor de buitenwereld waren ze tenslotte minderjarig, dus wat had je dan? Niets, ja. Dacht ik al.
De camera had zijn ronde gemaakt. De filmograaf deed nog snel een groet naar zijn posse in Zuid-Oost: "West-Side!!!".
De stoere spreker van net zat nog op zijn plek. Doodserieus te kijken. "Dhitz, nyet loek. Dharüm, cheld!". De opname werd gepauzeerd. "We hebben het vertaald", meldde Newbie MacGreen, "Het was gewoon onverstaanbaar, en ooraal pijnlijk". Vooral dat laatste werd gemerkt. De opname werd hervat, met een verstaanbare dub.
"Wij willen geld zien", vervolgde een stem met een passend zwaar accent. Om het allemaal een beetje echt te houden. "En wel nu! Anders, gaan we deze lijken verkrachten!". De spreker stond op, en pakte een lijk van een dode geit uit de stapel. Het was een doodnormale keuze, in een (dood)normaal verdeelde groep. Newbie MacGreen zette de film weer op pauze. De wereldleiders zaten met geschrokken gezichten aan hun stoel gekluisterd. De onderbreking gaf hun gezichten de kans om te ontspannen uit hun grimas. Ze keken met z'n allen Newbie aan.
"Wat u nu gaat zien, gaat schokkend zijn", bracht Newbie langzaam en zelf geschrokken uit. Maar niemand maakte aanstalten om te vertrekken. Niemand vroeg ook god om iets te behoeden of te helpen. Dat liep de laatste keer zo lekker af. Het beeld ging weer verder.
"Soelimank! Eskin, valafell", en toen begon het. Hel brak los.